KWF Kankerbestrijding en de Hartstichting gaan samen laten onderzoeken hoe hartschade voorkomen kan worden bij mensen met lymfeklierkanker. Zij worden vaak behandeld met chemotherapie, en het blijkt dat daardoor het risico op hartfalen sterk groeit. Het nieuwe onderzoek moet manieren aandragen om hartschade zo veel mogelijk te voorkomen. KWF en de Hartstichting steken samen ruim 2,3 miljoen in dit onderzoek.
Diffuus grootcellig B-cellymfoom is de meest voorkomende vorm van non-Hodgkinlymfoom, en in ons land krijgen ongeveer 1500 mensen per jaar deze diagnose te horen. Deze vorm van bloedkanker wordt doorgaans behandeld met R-CHOP chemotherapie. Maar bij 1 op de 10 mensen veroorzaakt de behandeling onherstelbare schade aan het hart, en tot mogelijk hartfalen. Daarbij verliest het hart aan pompkracht, maar patiënten merken dat niet meteen. Het is echter wel levensbedreigend; vijf jaar na de eerste ziekenhuisopname is twee derde van de mensen met hartfalen overleden.
Het nieuwe onderzoek, dat 5 jaar gaat duren en plaatsvindt bij UMC Utrecht, is bedoeld om te ontdekken of toediening van neo-adjuvant dexrazoxaan (dus voorafgaand aan de chemotherapie) het hart van de patiënten beter beschermt. Wanneer dat zo is, dan zou een voorbehandeling met dexrazoxaan ook onderdeel van andere chemobehandelingen kunnen worden, zoals bij hodgkin lymfoom, acute leukemie en zelfs borstkanker.
Wat ook belangrijk is, is om vroegtijdig al in beeld te brengen welke patiënten een verhoogd risico op hartfalen hebben. Deze groep patiënten kan dan intensiever gevolgd worden en mogelijk eerder behandeld worden met medicatie.
Johan van de Gronden, KWF-directeur stelt dat door wetenschappelijk onderzoek er steeds betere behandelingen zijn waardoor de overlevingscijfers toenemen. “Daardoor ontstaan nieuwe uitdagingen, zoals de mogelijke langetermijn bijwerkingen: bij deze vorm van kanker zijn er patiënten met een groot risico op hartfalen als gevolg van de behandeling. Daar hebben we nadrukkelijk oog voor.”
Hans Snijder, directeur van de Hartstichting vult aan: “Met dit belangwekkende onderzoek kunnen we de kwaliteit van leven voor deze kwetsbare groep verbeteren en hopelijk uiteindelijk zelfs een ernstige aandoening voorkomen. Het is ook goed nieuws dat we dit onderzoek samen met KWF hebben kunnen opzetten.”
Bron