Mensen met een laag inkomen leven gemiddeld zeven jaar korter, en worden 22 jaar eerder geconfronteerd met een verminderde gezondheid dan hun welvarender tegenhangers. Deze correlatie strekt zich ook uit tot het risico op kanker. Onlangs heeft het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) het eerste deel van een trilogie over sociaal-economische status (SES) en kanker gepubliceerd.
SES refereert hier naar de maatschappelijke positie van een individu, vaak gemeten aan de hand van inkomen of educatieniveau. In dit initiële segment wordt de verhouding belicht tussen financiën en kankerdiagnoses, evenals tussen financiën en het stadium van kanker bij diagnose.
De bevindingen van de publicatie tonen aan dat bepaalde kankervormen frequenter voorkomen bij mensen met lagere inkomens, zoals leverkanker, maagkanker, longkanker, hoofd-halskanker en primaire tumor onbekend (PTO). Daarentegen manifesteren andere types, zoals huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en zaadbalkanker, zich vaker bij hogere inkomensgroepen.
Het stadium bij diagnose vertoonde overwegend gelijke cijfers tussen de inkomensklassen. Toch werden verschillen waargenomen waarbij patiënten uit welgestelde groepen doorgaans een gunstiger stadium bij diagnose hadden dan hun minder welvarende tegenhangers. Dit fenomeen deed zich vooral voor bij kankersoorten waar preventieve maatregelen, zoals bevolkingsonderzoeken (darmkanker, borstkanker, baarmoederhalskanker) en HPV-vaccinatie, waren ingevoerd, of bij kankers waarbij de PSA-test (prostaatkanker) frequenter werd toegepast. Over het algemeen nemen mensen uit de hogere inkomensgroepen actiever deel aan deze programma’s.
Onder de kankersoorten die meer voorkwamen bij individuen met een lagere SES was het verschil het meest uitgesproken bij leverkanker, met een drievoudige prevalentie in vergelijking met hogere inkomens. Dit werd gevolgd door maagkanker en primaire tumor onbekend (2.6 keer vaker), hoofd-halskanker (2.5 keer vaker) en longkanker (2.3 keer vaker). In contrast kwamen huidtumoren juist twee keer zo vaak voor bij individuen met hogere inkomens.
De vastgestelde verschillen worden mogelijk verklaard door de verhoogde blootstelling van individuen met een lagere SES aan risicofactoren, zoals roken, een ongezonde levensstijl en overgewicht. Aan de andere kant participeren individuen met een hogere SES vaker in preventieve maatregelen, zoals bevolkingsonderzoeken en HPV-vaccinatieprogramma’s, waardoor hun kans op kanker verkleind wordt of de ziekte eerder ontdekt wordt, wat mogelijk betere behandelopties biedt.
Vorig jaar bracht IKNL reeds de Nederlandse Kankeratlas uit, waarin de geografische verspreiding van kanker per regio werd gevisualiseerd. Deze nieuwe publicatie gaat dieper in op de gezondheidsverschillen en kankerincidentie op basis van sociaal-economische status.
De aanbevelingen in de nieuwe IKNL-publicatie richten zich op diverse niveaus van actie. IKNL benadrukt de noodzaak van overheidsinvesteringen in beleid dat gezondheidsverschillen verkleint, waarbij gezondheid en preventie een integraal onderdeel vormen van alle beleidsmaatregelen (‘health in all policies’). Bijzondere aandacht moet uitgaan naar kwetsbare groepen, en preventiemaatregelen moeten gericht zijn op het bieden van bestaanszekerheid. De publicatie moedigt individuen aan om waar mogelijk een gezonde levensstijl te hanteren en deel te nemen aan bevolkingsonderzoeken en vaccinatieprogramma’s. Daarnaast roept het gezamenlijke uitvoering op van de doelen van de Nederlandse Kankeragenda door partners en professionals in het oncologisch veld, met specifieke aandacht voor gezondheidsverschillen.
Ook op Europees niveau wordt veel aandacht besteed aan ongelijkheden in gezondheid. De Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) publiceerde onlangs het rapport ‘Beating Cancer Inequalities in the EU: Spotlight on cancer prevention and early detection’, waarin wordt geïllustreerd hoe Nederland zich internationaal positioneert. Hoewel Nederland beschikt over een goed bevolkingsonderzoeksprogramma, is de deelnamekloof tussen individuen met een hoge sociaal-economische status en degenen met een lage status aanzienlijk. Ook op het gebied van roken scoort Nederland relatief slecht in Europees verband: de grootste kloof in rookpercentages naar opleidingsniveau bevindt zich in Tsjechië, Estland, Hongarije, IJsland, Letland, Noorwegen, Polen, Slowakije, Zweden en ook Nederland. Hier roken lager opgeleiden meer dan twee keer zo vaak als hoger opgeleiden.
Deze IKNL-publicatie markeert het begin van een trilogie over kanker en sociaal-economische status. In de volgende delen zal IKNL later dit jaar dieper ingaan op thema’s zoals behandeling en kwaliteit van leven voor verschillende inkomensgroepen. Met deze serie beoogt IKNL de aandacht te vestigen op bestaande verschillen en overheden en andere belanghebbenden aan te sporen om maatregelen te treffen ter verkleining van deze ongelijkheden.
Referentie