Hemofilie is een zeldzame bloedaandoening die zich kenmerkt door een verhoogde neiging tot bloeden, en die doorgaans vraagt om regelmatige intraveneuze behandelingen. Concizumab, een subcutaan toegediend monoclonaal antilichaam, blokkeert de tissue factor pathway inhibitor, waardoor er meer tissue factor kan vrij komen. Tissue factor speelt een belangrijke rol in de stollingscascade. Een recent onderzoek van onderzoekers van het hemofilie en trombose centrum in Londen (Engeland), toont veelbelovende resultaten voor patiënten met hemofilie A en B.
Het grootschalige internationale onderzoek werd uitgevoerd op 69 locaties in 31 landen. Er deden 148 mannelijke patiënten van 12 jaar of ouder mee. De deelnemers werden willekeurig ingedeeld in twee groepen. Een groep kreeg dagelijks profylaxe met concizumab, terwijl de tweede groep geen profylaxe kreeg en doorging met de reguliere therapie. Hierbij werd stollingsfactor alleen gegeven wanneer daar een acute noodzaal voor was, bijvoorbeeld bij een bloeding. De primaire uitkomstmaat was het aantal behandelde spontane en traumatische bloedingen. In de beginfase werd de studie tijdelijk gepauzeerd vanwege drie niet-fatale trombo-embolische gebeurtenissen. Na deze pauze werd een aangepast doseringsschema geïntroduceerd om de veiligheid te verbeteren.
De deelnemers werden ingedeeld in 4 subgroepen, hemofilie A met of zonder profylaxetoediening en hemofilie B met of zonder profylaxetoediening. Concizumab bleek significant effectiever in het verminderen van bloedingen. Voor patiënten met hemofilie A verlaagde de jaarlijkse bloedingsfrequentie met 86% (verhoudingsscore: 0,14; p<0,0001) onder profylaxe. Voor patiënten met hemofilie B hield het effect van profylaxe een reductie van 79% in verhoudingsscore: 0,21; p<0,0001).
De meest voorkomende bijwerkingen die werden gemeld waren: SARS-CoV-2-infectie, verhoogde fibrine D-dimeren en luchtweginfecties. Er was één fatale gebeurtenis die mogelijk gerelateerd was aan het profylaxegebruik. Een hemofilie A patiënt met een voorgeschiedenis van hypertensie is tijdens de studie overleden, waarna een pauze werd ingelast. Na hervatting van de studie zijn er geen nieuwe trombo-embolische incidenten meer gemeld.
Concizumab biedt volgens de onderzoekers een innovatieve benadering in de behandeling van hemofilie, vooral voor patiënten die gebaat zijn bij een subcutane optie in plaats van frequente intraveneuze toediening. Hoewel de resultaten veelbelovend zijn, is aanvullend onderzoek nodig om de langetermijneffecten en veiligheid verder te evalueren, vooral gezien het fatale incident aan het begin van de studie.
Met de positieve uitkomst van deze studie lijkt concizumab een uitkomst te bieden in de zorg voor patiënten met hemofilie A en B zonder remmers. Dit biedt perspectief op een verbeterde levenskwaliteit en meer gemak in de dagelijkse behandeling van deze aandoening.
Referentie