Even een sprintje trekken om de bus te halen, of een paar zware boodschappentassen de trap op sjouwen? Het lijkt erop dat zelfs dergelijke korte krachtinspanningen het risico op kanker kunnen verlagen. En dat is goed nieuws voor mensen die niet aan sport doen of die het moeilijk vinden om er een regelmatig bewegingsprogramma op na te houden. Onlangs publiceerde JAMA Oncology een onderzoek uit Sydney (Australië) dat lijkt aan te tonen dat zelfs korte perioden van intense, intermitterende fysieke activiteit geassocieerd zijn met een lager risico op kanker.
In een grote prospectieve cohortstudie die werd uitgevoerd bij een grote groep volwassenen die niet aan sport doen werd onderzocht of er een mogelijk dosis-effect verband bestaat tussen intense en dagelijkse intermitterende fysieke activiteit en de incidentie van kanker.
De Australische wetenschappers analyseerden de fysieke activiteit van 22.398 mensen van gemiddeld 62 jaar oud afkomstig van de UK Biobank. Dat gebeurde door data afkomstig van pols-accelerometers, een soort draagbare sensoren op de arm, die van 2013 tot 2015 bijhielden hoeveel en hoe intens de dragers bewogen. Van de deelnemers was bijna 55% vrouw.
Na een mediane follow-up van 6,7 jaar, overeenkomend met 149.650 persoonsjaren, bepaalden de onderzoekers de algemene kankerincidentie, en de incidentie van 13 types kanker geassocieerd met minimale fysieke activiteit.
Gedurende de studieperiode traden 2356 kankervoorvallen op, waarvan 1084 konden worden toegeschreven aan soorten kanker die geassocieerd worden met minimale fysieke activiteit. Bijna alle intense fysieke activiteit (92,3%) die werd waargenomen werd bereikt in korte uitbarstingen van maximaal 1 minuut.
De dagelijkse duur van de activiteit was bijna lineair geassocieerd met de uitkomst, constateert Emmanuel Stamatakis, PhD, hoogleraar fysieke activiteit, levensstijl en volksgezondheid aan de University of Sydney. “De dosis-effectcurve was verticaler, en de omvang van de risicoreductie voor types kanker geassocieerd met minimale activiteit was groter dan voor de totale kankerincidentie.”
De laagste dosis intense, intermitterende fysieke activiteit van maximaal 1 minuut was bijvoorbeeld over het algemeen 3,4 minuten per dag voor kanker in het algemeen en 3,7 minuten per dag voor kanker geassocieerd met minimale activiteit. Het komt erop neer dat, met een gemiddelde follow-up van bijna 7 jaar, mensen die minder dan vier minuten per dag sporadische intensieve activiteit vertonen, in totaal een 17% lager risico op kanker hebben. En voor types kanker die mogelijk verband houden met minimale activiteit, ontdekten de onderzoekers dat het risico met 28% werd verminderd door dagelijkse intermitterende fysieke activiteit.
Er zijn meer studies nodig om te zien of de resultaten van deze studie ook kunnen worden overgedragen op patiënten die al kanker hebben. Dit komt omdat patiënten met kanker zoals premenopauzale en postmenopauzale vrouwen met borstkanker, een andere biologie en hormonaal milieu hebben, en dientengevolge anders worden beïnvloed door fysieke activiteit. Het blijft belangrijk om voor elke groep patiënten en voor elke individuele patiënt de juiste hoeveelheid fysieke activiteit te vinden. Elke fysieke activiteit is immers beter dan geen enkele, stellen de onderzoekers vast.
Referentie